Onder de roofvogels komen nogal wat verkeers- en raamslachtoffers binnen in de Nederlandse opvangcentra.
Ook zijn er ieder jaar weer ouderloze en verongelukte jongen te gast.  

Net als bij de uilen is het voor de jonge roofvogel van belang dat hij wordt grootgebracht, zonder dat hij tam wordt.  
Jonge roofvogels kunnen nog niet jagen en in veel opvangcentra worden ze eerst afgericht.  
Tijdens deze africhting wordt hem bijgebracht hoe hij moet jagen en als het jong zover is dat hij zelf kan jagen, dan wordt hij vrijgelaten.  

Van de echte jagers onder de roofvogels, zoals de Havik, Sperwer en verschillende soorten Valken worden ook de volwassen
binnengebrachte exemplaren, vaak op valkenierswijze afgericht.  
Dit is nodig omdat zo'n vogel door te lang (door zijn ziekte of verwonding) stilzitten zijn jachtconditie kwijt is en deze conditie eerst terug moet krijgen door training, voordat hij de vrijheid weer aankan.

 

terug naar Diersoorten